Toen na de belofte van de staatssecretaris verder acties uitbleven en bovendien sommige gemeentes samen met de Jagersbond de staatssecretaris opriepen tot het in toom houden van de populatie na een verbod, startten we een emailactie waarin de staatssecretaris opgeroepen werd om een onmiddelijk verbod in te stellen. Verder werd aangedrongen om eventuele populatiegevolgen niet door belanghebbenden als jagers te laten beoordelen maar om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de gevolgen van het verbod op het zwanendriften, waarbij uitsluitend diervriendelijke maatregelen moeten worden overwogen..
Verder werd in de email aan de staatsecretaris meegedeeld dat intensieve zwanenhouderij geen alternatief voor zwanendriften mag zijn.
Het instituut Alterra van de WUR kreeg de opdracht om dit onderzoek te doen en de conclusies van de onderzoekers waren glashelder: Het verbod op het zwanendriften zal niet leiden tot toename van de zwanenpopulatie in het Groene Hart en niet tot meer schade voor boeren. Jacht op knobbelzwanen is dan ook noch nodig, noch effectief.
Geachte mevrouw Dijksma,
Ik ben blij dat u op 1 mei jongstleden aan de Kamer heeft aangegeven een verbod op het zwanendriften op korte termijn te willen onderzoeken.
Sinds 20 jaar geleden de Raad voor Dierenaangelegenheden adviseerde het zwanendriften te verbieden, bent u de eerste staatssecretaris die dit verschrikkelijke beroep wil aanpakken. Dank daarvoor! Het verscherpte toezicht door de NVWA waardoor voor het eerst grotere aantallen illegaal verkregen zwanen in beslag konden worden genomen, verheugt me eveneens.
Stop het zwanendriften nu
Nu een verbod eindelijk in zicht lijkt te zijn, is het des te schrijnender dat momenteel overal in het Groene Hart de zwanendrifters nog snel hun slag slaan. Ondanks het aangekondigde verbod moeten burgers nog steeds machteloos toezien hoe zwanen en hun jongen met extreem veel geweld gevangen en mishandeld worden. Ik begrijp dan ook absoluut niet waarom een verbod nog zo lang op zich moet laten wachten.
-
In februari 2014 ontving u een petitie met daarbij een boek vol citaten van burgers van het Groene Hart, die toonden met hoeveel wreedheid zwanendrifters te werk gaan. Toen vertelde u voor de televisiecamera dat u zou kijken hoe we verder moeten omgaan met dit beroep.
-
In januari 2015 spraken bijna 17.000 Nederlanders zich in een petitie aan de Tweede Kamer uit voor een verbod op het zwanendriften, daarbij gesteund door landelijke en lokale dierenwelzijnsorganisaties.
-
In mei 2015 werd in de uitzending van EenVandaag door een klokkenluider aangetoond dat zwanendrifters op grote schaal de Flora- en Faunawet overtreden. Bovendien werd met beelden aangetoond dat de eerdere verhalen over grof geweld tegen mens en dier op waarheid berustten.
-
Inmiddels hebben bijna alle gemeentes in het Groene Hart zich uitgesproken vóór een verbod.
De bewijzen dat dit beroep niet langer kan in Nederland anno 2015 zijn overduidelijk. Daarom doe ik een klemmend beroep op u om nu echt haast te maken met het verbod.
Alstublieft, stop het zwanendriften nu!!
Intensieve zwanenhouderij is geen alternatief
In uw brief aan de Kamer schrijft u dat u gaat bezien hoe 'het houden van gehouden dieren in de vrije natuur verboden kan worden'. Deze formulering houdt de mogelijkheid open dat u zwanendrifters toe zou staan hun dieren voortaan te houden in stallen of volières. Zwanen zijn echter, gezien hun aard en hun broedgedrag helemaal niet geschikt om met grote aantallen bij elkaar gehouden te worden, zeker niet in stallen of volières.
Ik vraag u nadrukkelijk daar bij de wetgeving rekening mee te houden. De commerciële zwanenhouderij moet niet in een andere vorm terug kunnen komen.
Baseer uw oordeel op onafhankelijke zwanendeskundigen
Tenslotte heb ik gelezen dat u een brief heeft ontvangen van de gemeente Bodegraven-Reewijk waarin aandacht gevraagd wordt voor overpopulatie en zwanenoverlast na een verbod op het zwanendriften. Deze brief werd tot mijn schrik onder meer gesteund door verschillende Faunabeheereenheden en de Koninklijke jagersbond.
Ik wil u er op wijzen dat zwanen een groot broedterritorium hebben, waarin zij geen concurrentie dulden. Ook wil ik u wijzen op het feit dat jongvolwassen zwanen, wanneer ze niet verminkt zijn en dus kunnen vliegen, volgens verschillende zwanenkenners voor een belangrijk deel zullen wegtrekken naar gebieden buiten het Groene Hart. De stelling, dat een verbod op het zwanendriften in de regio tot overpopulatie en overlast zal leiden, is dus op zijn minst aanvechtbaar.
Ik dring er daarom bij u op aan ten aanzien van deze kwestie uw oordeel te baseren op informatie van onafhankelijke zwanendeskundigen (er zijn verschillende onderzoekers in Nederland die het gedrag van zwanen wetenschappelijk bestuderen) en niet op die van belanghebbenden zoals de LTO en de Faunabeheer Eenheden.
Tenslotte wijs ik u er op dat in de provincie Groningen goede resultaten zijn bereikt met diervriendelijk beheer van de zwanenpopulatie zonder jacht. Ik dring er daarom bij u op aan om, indien er toch sprake zou zijn van enige 'zwanenoverlast', in overleg met betrokkenen uitsluitend diervriendelijke maatregelen te bespreken.
Hoogachtend,